401 Waterloo-systeem: Montagehandleiding 9.0 Wellhead Manifold Completion

9.1 Standaardoptie

Benodigde gereedschappen en accessoires: buissnijder, kruiskopschroevendraaier, pvc-buiszaag/snijder.

Bepaal de gewenste ‘stick-up’ van de PVC-buizing wanneer het systeem op de uiteindelijke diepte is. Snijd, indien van toepassing, het laatste stuk PVC Riser op de juiste lengte en installeer de Riser Clamp om de gewenste ‘stick-up’ te bereiken. De Riser Clamp zorgt ervoor dat de juiste ophanging gehandhaafd blijft wanneer het Waterloo-systeem wordt opgehangen. Gebruik voor de veiligheid een boorbuisklem en laat het systeem op diepte zakken. Als u de SS-steunkabel hebt gebruikt om het systeem te laten zakken, zorg er dan voor dat u deze kabel blijft gebruiken om het systeem te ondersteunen tijdens de uitzetting van de pakker (maximaal drie dagen).

Opmerking:

Zorg voor minstens 50 cm vrije ruimte boven de uiteindelijke PVC omkasting en de onderkant van de beschermende buitenkast. Dit zorgt ervoor dat de monitoringsbuizen en kabels boven de voltooide verdeler niet bekneld raken.

Opmerking:

Meet het waterniveau in het boorgat en noteer dit in het vak “Waterniveau aan het einde” op het installatie log, nadat het systeem op diepte is geïnstalleerd.

installatie waterloo multilevelsysteem figuur 9 1 slangen georganiseerd rond de putmond

Figuur 9-1 Buizen georganiseerd rond de boorput

Verwijder de twee kruiskopschroeven uit de witte beschermende behuizing van de basis van de verdeelunit voor de boorput en verwijder vervolgens de basis van de verdeelunit uit de beschermende behuizing met een diameter van 100 mm (4″). Installeer dit onderste (zwarte) deel van de verzamelleiding (eerst het kleine uiteinde) op de reeds geïnstalleerde PVC-buis. Gebruik de genummerde boorkop als leidraad om de buizen en/of kabels in een ‘wagenwielpatroon’ rond de boorkop te leggen.

Leid de open buisjes, monsterbuisjes (wit) en/of blauwe VWT-kabels door de genummerde wellhead. Bevestig de genummerde wellhead opnieuw en schroef hem vast aan het verdeelstukhuis bij de wellhead.

installatie waterloo multilevel systeem figuur 9 2 slangen en kabels geïnstalleerd door een boorput

Figuur 9-2 Buizen en kabels geïnstalleerd door een boorput

9.2 Optie voor meervoudig gebruik

Als er pompen worden gebruikt, volgt u de bovenstaande stappen, maar voordat u de boorkop bevestigt, kiest u één aandrijflijnbuis en houdt u deze tegen de witte beschermende behuizing met een diameter van 100 mm (4″) die zich op de uiteindelijke hoogte bij de boorkop bevindt. Knip de rode aandrijflijnslang af op een punt ongeveer 50 mm boven de witte beschermbehuizing. Steek dit uiteinde van de slang in de witte (doorschijnende) plastic knelkoppeling op de basis van de genummerde boorkop. U moet de rode slang door deze fitting kunnen zien gaan. Draai de fitting met de hand vast. Herhaal deze procedure voor de resterende aandrijfslangen. Bevestig de genummerde wellhead opnieuw aan het verdeelstukhuis bij de wellhead en draai de schroeven vast.

installatie waterloo meerlagensysteem figuur 9 3 pompslang bevestigd aan putmond

Afbeelding 9-3 Pompslang die aan een putmond wordt bevestigd

9.3 Bescherming van putdeksels

Zorg voor voldoende toegang tot de boorput wanneer u een beschermkap over de boorput installeert. Gebruik een grote putafdekking zodat er voldoende ruimte is om bij de boorkop te komen. De volgende diagrammen tonen enkele voorgestelde voltooiingen voor de 401 Waterloo meerlagensysteem. Deze behuizingen zijn niet verkrijgbaar bij Solinst, maar wel bij de meeste booraannemers.

installatie waterloo meerlagensysteem figuur 9 4 waterloo meerlagige putmond binnen verzonken kluis

Figuur 9-4 Waterloo Multilevel putmond binnen verzonken kluis

installatie waterloo meerlagensysteem figuur 9 5 typische straatkast of kluis

Afbeelding 9-5 Typische wegbak of -kluis

waterloo multilevel systeem installatie figuur 9 6 bovengrondse oplevering minimale vrije ruimte van 15 cm en 50 cm is vereist

Figuur 9-6 Bovengrondse voltooiing Minimale vrije ruimte van 15 cm diameter en 50 cm is vereist